Iedere auteur moet zichzelf in de schoenen kunnen plaatsen van een ander. Er is flink wat empathie voor nodig om een personage te creëren en die in je verhaal te plaatsen. In deze episode van ‘Zin‘ gaan we in op de openingszin.
Hoe zorg je ervoor dat iemand je verhaal of blog wil lezen? De eerste zin is daarbij cruciaal. Elke auteur kent de worsteling van de ideale openingszin. Waar moet je op letten? Hoe kun je een geweldige openingszin schrijven?
Start met de worp van de steen
Veel beginnende schrijvers hebben de neiging om te beginnen met de context: wat ging er aan het verhaal vooraf? Waar speelt het zich af? Wie zijn de personages? Niet alleen gaan daar veel kostbare woorden verloren, het is vaak ook nogal … saai.
Het doel van een openingszin is om onmiddellijk duidelijk te maken waar de lezer in is belandt. Ik vergelijk het altijd met de openingsscène van een politiefilm; die begint steevast met de crime scene. Er is iemand vermoord. Pas daarna volgt de zoektocht naar de dader en het motief.
De Amerikaanse toneelschrijver Jacob M. Appel zei ooit: ‘Start met de worp van de steen, niet met de aanloop tot de worp’. Hij bedoelde daarmee: laat de narratief achterwege. Sla de uitleg over. Begin midden in het verhaal, midden in de actie. Of, misschien zelfs wel net ná de actie.
Pas op dat je openingszin niet cliché is. Denk aan een hoofdpersoon die wakker wordt en zich realiseert dat hij of zij zich in een bepaalde situatie bevindt. Of twee personen die elkaar online hebben leren kennen en elkaar voor het eerst gaan zien. Dit is al zo vaak gedaan, dat het niet meer uitnodigt om verder te lezen.
Geen persoonlijk voornaamwoord
Begin nooit met een persoonlijk voornaamwoord. Veel verhalen beginnen met ‘ik’, ‘hij’, ‘zij’ of een naam.
‘Julia werd die ochtend al vroeg wakker’.
Dit lijkt een prima openingszin. Immers, je weet als lezer direct dat Julia kennelijk de hoofdpersoon is en dat het ochtend is, maar het is niet erg origineel. In dit geval had je ook kunnen schrijven ‘De wekker was nog niet gegaan en toch was Julia al wakker’. Het geeft net zoveel, of misschien wel meer context en het is een meer prikkelende opening. De lezer vraagt zich direct af wat er aan de hand is. Waarom was Julia vroeg wakker?
Probeer de lezer te verbazen of te intrigeren.
Show, don’t tell
Een belangrijk principe voor het schrijven van een (erotisch) verhaal, wordt wel ‘show, don’t tell’ genoemd. Deze ‘regel’ zegt dat het beter is om je lezer te laten ervaren, in plaats van het met directe bewoording mede te delen.
De openingszin is bij uitstek de gelegenheid om de sfeer van je verhaal neer te zetten. Je weet dat je aan het vertellen bent als je verhaal aanvoelt als een verslag met feiten.
Lees hier meer over het ‘show, don’t tell‘ principe.
In- en uitzoomen
Hierboven zei ik al dat het beter is om ‘met de worp van de steen’ te beginnen, en niet met de aanloop. Een manier om dat te doen is om in te zoomen bij het begin en daarna uit te zoomen.
Begin met iets kleins en plaats dat daarna in perspectief. Een detail kan symbool staan voor een setting, een locatie, een sfeerbeeld. Op deze manier heb je onmiddellijk de aandacht en creëer je snelheid in je verhaal.
Zoek iets kleins dat exemplarisch is voor iets groots. De relatie tussen een submissive en een dominant is complex en je zou daar een encyclopedie mee kunnen vullen. Maar het afsluiten van een metalen halsband met een hangslotje geeft die relatie misschien nog wel het beste weer. Zoek naar zo iets kleins en gebruik dat om te hinten naar iets groters, zonder dat helemaal uit te leggen.
Simpel is altijd beter
Maak openingszinnen simpel. Vermijd bijzinnen, opsommingen en al te veel leestekens. Heeft je openingszin meer dan één komma, een dubbele punt of een punt-komma? Breek de zin dan op. Vergelijk deze twee openingszinnen:
“I had known Betty for a week. We screwed every night. The forecast was for storms.” [Opening van de film Betty Blue, 37° le matin.]
OK, de zin begint met ‘ik’, maar het is simpel en toch doeltreffend. Zeker in vergelijking tot deze openingszin:
“Cheryl’s mind turned like the vanes of a wind-powered turbine, chopping her sparrow-like thoughts into bloody pieces that fell onto a growing pile of forgotten memories.” [Sue Fondrie, winnares van de slechtste openingszin uit 2011]
De truc is om de openingszin subtiel te houden. Begin bijvoorbeeld met een klein feitje, zoals ‘Het is fijn om pijn te voelen’, of ‘De fiets rammelde over de kasseien’. Beter nog is het om twee feiten te combineren tot iets bijzonders. Bijvoorbeeld: ‘In het dorp waren twee hoeren en die hadden allebei rood haar.’ Dat er in het dorp twee hoeren waren is een feit dat op zichzelf niet heel bijzonder is, maar het feit dat ze allebei rood haar hadden, maakt het intrigerend.
Sommige openingszinnen lijken te schreeuwen ‘ok, dus jij wilt dat ik de aandacht van de lezer wil? Nou, dan kun je het krijgen ook!‘ Een openingszin als ‘Je zult pas weten wat er met Chris is gebeurd als je het verhaal helemaal uitleest‘, is zo’n trucje. Je probeert de lezer uit te dagen, maar het risico zal zijn dat die lezer denkt: ‘Nou dan toch niet‘ en weer afhaakt.
Beginnen met een dialoog?
Je kunt een verhaal ook beginnen met een dialoog. Het is weliswaar pakkend, maar toch wordt het vaak afgeraden. Je krijgt namelijk veel leestekens en dat oogt niet mooi. Ook moet je daarna wel uitzoomen om de situatie te duiden.
Wat soms wel werkt is dat je begint met slechts één uitgesproken zin en daarna ‘uitzoomt’ om de situatie te duiden. Bijvoorbeeld:
“Zeg, hoe laat komen ze eigenlijk?”
Julia had een zwarte en een roze pump vast en hield die omhoog naar Bart.
Een universele verklaring
Sommige klassiekers beginnen met en uitspraak van een principe. Denk aan Jane Austen’s Pride and Prejudice (“Het is een waarheid die algemeen wordt erkend, dat een alleenstaande man met een fortuin een vrouw moet missen.“) En Anna Karenina van Leo Tolstoy (“Gelukkige gezinnen zijn allemaal hetzelfde; elke ongelukkig gezin is op zijn eigen manier ongelukkig.”). Het verhaal dat je schrijft moet vervolgens dat principe uiteraard wel bevestigen.
De opdracht: Schrijf een openingszin van een erotisch verhaal
De opdracht van deze episode is om een openingszin te bedenken die wellicht op zichzelf niet erotisch is (dat mag wel), maar die in ieder geval duidelijk maakt dat het verhaal dat volgt erotisch is.
Heb jij je opgegeven als deelnemer aan ‘Zin’, dan kun je jouw inzending hieronder in het formulier opsturen. Je kunt inzenden tot 31 juli 2024.
- De allergeilste videos: Haar eerste trio - 13 september 2024
- Brandmerken in een BDSM relatie - 12 september 2024
- Hoe je van elk spel een stripspel kunt maken (en 12 suggesties) - 6 september 2024
2 thoughts on “‘Zin’ – episode: Zo schrijf je de beste openingszin voor een erotisch verhaal of blog”