
‘Zin’ is een initiatief van Sanna (Vlammende Verzinsels) en Marc (NBRplaza) om auteurs van erotische verhalen praktische tips en tools te geven om nog betere erotische verhalen te kunnen schrijven. Lees hier meer over dit initiatief. In de vijfde episode werden de deelnemers uitgedaagd om een erotisch verhaal te schrijven waarin de dialoog tussen de personages een belangrijke rol speelt. Hieronder lees je de inzendingen en de feedback van Sanna van Vlammende Verzinsels en mijzelf.
Wat was de opdracht?
Dialoog kan elk verhaal interessant maken. Waar moet je op letten als je karakters met elkaar in gesprek zijn en wat zijn valkuilen bij erotische verhalen? In deze episode van ‘Zin’, was het de bedoeling om dialoog in te zetten om je (erotische) verhaal spannender te maken. DIt was de opdracht:
Een man en een vrouw (vreemden van elkaar) komen uren lang vast te zitten in een lift. Wat gebeurt er? Wat zeggen ze? Wat doen ze?
Voeg tenminste 30% dialoog toe aan het verhaal en in deze ronde mag het verhaal niet te classificeren zijn als BDSM.
Hier kun je de theorie rond dialoog nog eens teruglezen.
Waar we op hebben gelet
Bij het beoordelen van de inzendingen, hebben we gekeken naar het volgende:
- Zijn alle voorgaande ‘lessen’ worden toegepast
- Is goed gelet op de regels (nieuwe regels als iemand begint te spreken, aanhalingstekens, interpunctie, dialoogtags)
- Is de dialoog realistisch, maar geen spreektaal
- Voegt de dialoog iets toe aan de erotische spanning
- En is goed gekeken naar de opdracht (geen BDSM, twee vreemden in een lift)
De inzendingen en de feedback
We blijven benadrukken dat het veel moed vereist om mee te doen aan deze schrijfopdracht. Het is niet makkelijk om een goed erotisch verhaal te schrijven en dialoog in erotica is niet voor niets een onderdeel dat auteurs vaak liever uit de weg gaan.
Pseudoniem Izzy van der Horst Inzending Eerst sidderde de kooi. Vlak erna begon het plafondlicht te flikkeren en viel alle bereik weg. De man en de vrouw, die elkaar vanaf het moment van instappen beleefd genegeerd hadden, wisselden nu een bezorgde blik. Plotseling klonk er onheilspellend gekraak, gevolgd door twee luide knallen: eerst kwam de lift met een harde schok tot stilstand en daarna begaven de lampen het. De vrouw slaakte een gil in de ontstane duisternis, totdat een doffe klap haar het zwijgen oplegde. Een ogenblik was alleen het gezoem van de ventilatie nog te horen. Daarna volgde de stilte.
‘Mevrouw? Gaat het een beetje? Heb je hulp nodig?’ De man staat tegen de metalen liftdeuren geleund, zijn voeten stevig op schouderbreedte geplant, zijn hart als een gevangen vogel bonkend in zijn ribbenkast. ‘Mevrouw?’Als er na een halve minuut nog geen reactie komt, vist hij zijn telefoon uit zijn broekzak en knipt de felle zaklamp aan. Recht tegenover hem, aan de andere kant van de cabine, ligt haar roerloze lichaam op de vloer. Een draaikolk van angst en bezorgdheid vult zijn binnenste. Toch knielt hij onmiddellijk naast haar en drukt twee vingers diep in haar hals.
‘Volgens mij ben ik gevallen,’ mompelt de vrouw.
Een golf van opluchting spoelt door hem heen. ‘Goddank, je leeft nog!’
‘Natuurlijk, wat denk jij?’ grijnst ze. ‘Kom, help me omhoog en doe dat rotlicht uit, of wil je me soms blind hebben?’
Zodra de vrouw staat, begint de man met zijn vuisten tegen de wanden te beuken. ‘Help! Help ons! Is er iemand die ons hoort? Help!’
‘Joh, doe rustig, er komt straks heus wel iemand.’
‘Ja, maar dan alleen omdat ík van me laat horen. Jij kunt toch ook even je best doen?’
‘Ik heb net op het storingsknopje gedrukt. Iets beters kan ik niet doen, lijkt me.’
Een paar seconden later klinkt er vanuit een luidsprekertje in het bedieningspaneel een snerpende toon. ‘De storing is bekend. Wij verwachten het opgelost te hebben over vijf…’ ‘…..’ ‘…..’
De man draait zich om. ‘Vijf wat?!’
‘Geen idee,’ antwoordt de vrouw, ‘vijf minuten, vijf uur, of misschien zelfs vijf dagen?’
‘Oh nee. Dat trek ik niet!’
‘Waarom niet? Ben je claustrofobisch?’
‘Wie? Claus ter Fobisch?’ De man staart naar de grond. ‘Die ken ik niet.’
‘Ik ook niet,’ glimlacht de vrouw, ‘maar is het misschien zo dat je soms bang bent in kleine, afgesloten ruimtes?’
‘Ik? Nee zeg.’
‘Hoe heet je?’
‘Sander.’
‘Mijn naam is Karin.’
Met parelende zweetdruppels op zijn voorhoofd slaakt Sander een zucht. ‘Je hebt gelijk, ik ben als de dood. Weet je dat dit mijn grootste angst is? En dat jij nu de eerste bent aan wie ik dit vertel?’
Karin knikt. ‘Ik ben bij je,’ zegt ze, ‘je bent niet alleen.’Feedback Sanna Mooi hoe hier de ‘kleinheid’ eerst bij de vrouw lijkt te liggen en vervolgens verschuift naar de man en hoe de zorgende rol ook verschuift. Ik hou daarvan. Het maakt me ook nieuwsgierig te weten wat er verder gaat gebeuren. Vooral de laatste woorden van Karin ‘Je bent niet alleen’ wakkeren die nieuwsgierigheid aan. Feedback Marc De auteur heeft uitstekend en consequent gebruik gemaakt van de technische aspecten van dialoog: een nieuwe regel als iemand begint te spreken, zuinig met dialoogtags, interpunctie. Dat lijkt misschien triviaal, maar voor de lezer brengt dat rust en duidelijkheid bij het lezen.
De dialoog is realistisch en het laat duidelijk zien dat er twee personages zijn met een verschillende identiteit. Dat is knap.
Wat ik jammer vind, is dat er (nog) niet echt sprake is van een erotische spanning, maar dit begin nodigt wel uit om dat verder uit te bouwen. Heel goed gedaan.
Pseudoniem FajneFantasies Inzending 8…7…6…de pijl op het display blijft stilstaan.
“Niet bewegen!”, automatisch neemt hij de leiding.
Naast hem stokt haar adem.
“U spreekt met Loes van OTIS, wat kan ik voor u betekenen?”
“Hallo, Loes, je spreekt met Frederik, ik sta in een lift met storing.” Hij kijkt via de spiegelwand naar de vrouw naast zich. “Twee… Dankjewel, dag.”
“Komen ze ons eruit halen?”, piept ze met grote ogen.
Zijn antwoord wacht ze niet af en bonkt schreeuwend op de deur.
“Hulp is onderweg. Geen paniek.”
Ze luistert niet.
“Kijk me eens aan. Hoe heet je?”
Het duurt even voordat haar ogen de zijne gevonden hebben.
“Jolijn.”
“Jolijn! Adem door! Liften raken soms in storing, we komen er wel uit.”
Een grote ademteug vergroot haar borstkas en haar pupillen verwijden wanneer ze uitademt en ontspant.
“Kom naast me zitten.”
De mooie, zelfverzekerde vrouw die met hem de lift in stapte, heeft een ontredderde blik in haar ogen. Ze is veranderd in een verdwaald kind. Warmte verspreidt zich door zijn borst, hij gaat haar hier doorheen slepen.
“Hoe was je dag, Jolijn?”
“Druk, veel telefoontjes. Niet eens tijd voor mijn to do-list.”
“Wat staat er op je lijst?”
“Een hoop!” Schichtig kijkt ze naar de noodknop.
“Nee, Jolijn, ik hou wel contact met OTIS.”
“Hoe lang duurt dit nog?”
“De monteur moet hierheen komen en de storing verhelpen. Ontspan maar, laten we elkaar beter leren kennen.”
Ze glimlacht ongemakkelijk en bloost.
“Hobby’s?”
“Ik ga graag naar de beauty salon. Manicure, knipbeurt, massage.”
“Je ziet er mooi uit, inderdaad.”
Hij bijt op zijn wang, verkeerde woordkeuze. Straks dient ze een aanklacht tegen hem in.
“Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is blauw.”
Hij kijkt de kleine ruimte rond.
“Die pijl.” Hij knikt naar het display boven de deur.
“Yes! Nu jij!”
“Ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is groen.”
Ze speurt de lift af.
“De sticker onder de noodknop.”
“Fout.”
“Het snoeppapiertje daar in die stoffige hoek naast je.”
“Die had ik niet gezien, fout.”
“Dan weet ik het niet.”
“Je ogen.”
Een onschuldige lach ontsnapt uit haar keel.
“Ik vraag me constant af wanneer we gered worden.”
“Ik vermaak me wel. Er zijn weinig momenten waarop ik de wereld even kan negeren. Ik denk dat ik vaker liften in storing laat gaan.”
Voordat hij het doorheeft drukt ze op de noodknop.
“Goede avond, OTIS, u spreekt met Casper. Wat kan ik…”
“Wanneer kom je ons uit de lift halen, klootzak!”
“Ho! Jolijn! Casper kan er niks aan doen dat we hier vastzitten. Hallo, Casper, je spreekt met Frederik.”
“Dag, Frederik, ik begrijp dat jullie lift in storing is, kun je me meer vertellen over de situatie?”
“We hebben al contact met OTIS gehad… Ik weet niet of Jolijn of de lift op dit moment mijn grootste probleem is.”
Hij trekt Jolijn weer op de grond naast zich.
Ze begint te huilen en hij slaat een arm om haar heen. Ze leunt tegen hem aan en zoekt troost. Hij riskeert een MeToo’tje, maar dat moet dan maar. Een vrouwe in paniek kan hij niet aanzien.
Hij ruikt de bloemige geur van haar shampoo. Het doet hem denken aan zijn vakantiehuis in Spanje. Als hij opschrikt uit zijn dagdroom, hangt hij zachtjes met zijn wang tegen haar hoofd en zij ligt ontspannen tegen hem aan.
“Slaap je?”
Ze heft haar hoofd. Haar ogen roze van haar tranen. Ze ziet er ontzettend kwetsbaar en lief uit.
Hij hoopt uit alle macht dat ze de bobbel in zijn broek niet opmerkt.
“Frederik, waarom kijk je me aan alsof je me wil zoenen?”
Zoenen, dat was niet waar hij aan dacht, maar ook dat kan flinke problemen veroorzaken. Hij zit om woorden verlegen.
Haar lippen onderbreken zijn gedachtestroom en zijn hart maakt een sprongetje. Haar zachte lippen kussen zijn mond. Hij kust gewillig terug, hun tongen verstrengelen.
Hij klampt zich vast aan haar lichaam.
Zij opent de knoopjes van zijn overhemd en hij glijdt af naar haar slipje.
“Je bent zo lekker nat”, fluistert hij in haar oor.
“Omdat ik al een paar uur aan seks met je denk.”
Hij gooit zijn zorgen over boord, negatieve consequenties interesseren hem niet meer.
Haar top en bh trekt hij in een ruk omhoog en haar borstjes springen tevoorschijn. Hij mag ze betasten en proeven, hij had er niet van durven dromen dat een liftstoring zo goed zou verlopen.
“Frederik, niet teveel voorspel, straks bevrijden ze ons opeens, we zitten al zo lang vast hier.”
Haar rokje trekt ze omhoog, haar panty rolt ze af en haar slipje schuift ze opzij. Hij ziet zijn penis tussen haar schaamlippen verdwijnen en ze begint meteen te rijden.
Kreunend wrijft hij zo goed als hij kan over haar natte clitoris.
Hij houdt dit niet lang vol. Met een tepel in zijn mond en zijn handen om haar blote billen probeert hij uit alle macht nog niet klaar te komen.
Ze rijdt en vrijt, tot ze hevig begint te hijgen. Haar bekkenbodem knijpt in zijn geslachtsdeel, terwijl ze gesmoord kreunt. Haar vocht kietelt over zijn ballen naar beneden. Hij kust haar innig en dan komt ook hij klaar.
Hij wil haar nog lang in zijn armen houden, maar ziet het ongemakkelijke gezicht van de monteur voor zich als zo de deuren opengaan.
“We moeten ons maar even fatsoeneren, Jolijn”, fluistert hij.Feedback Sanna Op de een of andere manier komt het dialoog hier onnatuurlijk op mij over, de, in mijn ogen, snelle overgang van paniek naar seks vind ik ongeloofwaardig. Ook omdat ik hier heel erg ‘vrouwtje in nood, laten we haar maar eens gaan redden’ in lees en ik merk dat dit me stoort. Het refereren naar metoo en mogelijke aanklachten door Frederik stoort me ook. En dan wil Jolijn plotseling ook niet teveel voorspel…? Nee, het gaat me allemaal te snel en te makkelijk, dat maakt het voor mij ongeloofwaardig. Feedback Marc Ook deze auteur heeft veel zorg besteed aan de technische aspecten en interpunctie. Dat is alvast goed.
Ik mis in dit verhaal verwijzingen naar de tijd die is verstreken. Ik heb zo’n vermoeden dat de auteur bij vrijwel elke nieuwe alinea de bedoeling had om te laten zien dat er telkens misschien wel uren waren verstreken (maar ik kan me vergissen). Ik denk dat te kunnen zien aan dat ze ineens ‘ik zie ik zie’ gaan spelen. En omdat die tijdsindicatie niet bij zit, komen sommige overgangen wat als een verrassing. Daardoor is het geheel niet erg realistisch. Het was gemakkelijk geweest om hier en daar iemand op de horloge te laten kijken, bijvoorbeeld.
De man komt over als een dominante man en de vrouw als een wat schuchtere introverte bange persoon. Daarom is het des te vreemder dat zij ineens het voortouw neemt.
Pseudoniem Charlotte Revant Inzending In de lift
Nadat ik op het liftknopje heb gedrukt kijk ik op mijn horloge. Het is al half negen geweest. Ik weet dat niemand op onze afdeling er moeilijk over doet, maar toch vind ik dat ik er voor half negen moet zijn. Ik houd de verschillende liftdeuren goed ik de gaten. Alle liften in dit grote kantoorgebouw lijken bezet te zijn.
Er komt nog iemand aanlopen. Hij ziet dat er door mij al gedrukt is voor een lift naar boven en blijft rustig wachten. Juist waar hij staat te wachten gaan de liftdeuren open, toch laat hij mij eerst naar binnen gaan. Dat galante gebaar kan ik wel waarderen. Ik druk op de vijf en maak ruimte, zodat hij zijn etage kan intikken. Na een korte blik gaat hij echter meteen aan de andere kant van de lift staan. Hij moet dus ook naar de vijfde etage? Ik ken hem echter niet. Alle collega’s op je eigen etage herken je wel. Zo groot is het nou ook weer niet.
Ik ben nog in gedachten verzonken als de lift met een klap stil komt te staan. Het licht ging zelfs even uit. We kijken elkaar zwijgend aan. De lift gaat vast zo verder. Na een kleine minuut staren we beiden naar de gele alarmknop. Hij drukt er op. We horen via een intercom een damesstem in de lift. Ze gaat het meteen oplossen. Ja logisch, denk ik. We kijken weer naar elkaar.
‘Dit kan even duren. Ik ben Sven,’ zegt hij.
‘Ook hallo, ik ben Charlotte,’ is mijn reactie. Gelukkig staan er niet meer mensen in de lift. Of was het dan juist iets minder ongemakkelijk geweest. ‘Ik werk op de vijfde etage,’ vervolg ik. Daarna laat ik een stilte vallen in de hoop dat hij vertelt wat hij komt doen.
‘Ik kom voor een afspraak,’ zegt Sven. Hij kijkt op zijn horloge. ‘Dat komt nog steeds goed; negen uur. Altijd rekening houden met extra reistijd in de spits hè? Maar dan denk je niet aan reistijd in de lift.’
Vervolgens schrikken we beiden van dezelfde damesstem die weer in de lift te horen is. Er is een monteur nodig. Het duurt ongeveer een half uur voordat deze op locatie is.
‘Toch maar even bellen dan maar,’ reageert Sven.
‘Ja, ik ook.’ Zo staan we tegelijk te vertellen dat we vast zitten in de lift.
‘Het wordt warm hier,’ zegt Sven, terwijl hij zijn jasje uitdoet.
‘Ja, inderdaad. Ik ga zitten, want nog een half uur zo staan trek ik niet.’
‘Nou, die monteur is er pas over een half uur en dan moet hij het nog oplossen. Dat gaat geheid langer duren.’ Sven gaat ook zitten, kijkt op zijn telefoon en tikt glimlachend iets in. Daarna kijkt hij op en ziet dat ik naar hem kijk. ‘Ik had wat vrienden geappt dat ik vast zit in de lift en dan komt de te verwachten vraag of dat wel samen met een leuke dame is.’
‘Daar heb je net op geantwoord? Ik ben benieuwd.’
‘Ja, met een leuke dame.’ Hij kijkt me aan.
‘Gelukkig maar.’ Meer weet ik even niet te zeggen. Door de serieuze toon in zijn stem voel ik me wel echt gevleid, terwijl het vast gewoon dollen met vrienden in een appgroep is.
Inmiddels krijg ook ik het echt warm. Mijn jas had ik al naast me op de grond gelegd, maar er is ook nog een vestje over mijn jurk die nu uitgaat. De jurk wapper ik nog iets over mijn benen omhoog. Als ik netjes met mijn benen bij elkaar blijf zitten kan dit nog net.
Sven kijkt naar mijn benen. Dat ziet er met mijn rode pumps niet slecht uit. Dat ben ik met hem eens.
‘Fotootje van mijn benen naar die vrienden van jou? Dan heb je tenminste bewijs van iets van de leuke dame.’ Ik verras mezelf hiermee en Sven duidelijk ook.
‘Ja graag, is dat echt oké?’ Ik trek het jurkje nog iets hoger en ik hoor hoe Svens telefoon een foto maakt. Ondertussen stuur ik ook maar een appje naar mijn man, want een foto van mijn benen laten maken is wel vermeldenswaardig. Ik krijg meteen een reactie terug. Ik uit een diepe zucht en maak vervolgens zelf nog een foto van mijn benen om vervolgens te versturen.
‘Wat doe jij nou?’ vraagt Sven.
‘Ik appte mijn man dat jij een foto van mijn benen hebt gemaakt en dat wilde hij ook zien.’
‘Je hebt een man en die vindt dit goed?’
‘Eh ja, die vindt dit wel leuk.’ Mijn telefoon maakt weer geluid. Ik val stil bij het lezen van het berichtje.’
‘Wat schrijft hij?’
‘Nee, dit gaan we niet doen.’
‘Ah, vertel nou.’
‘Dit wordt gênant. Hij vraagt of jij me leuk vindt. Zeg maar niets, want ik schrijf meteen terug dat ik daar niet op in ga.’ Ik typ het meteen.
‘Voor de volledigheid; ik vind je leuk. Maar dit is toch een rare vraag?’
‘Kunnen we het over iets anders hebben?’
‘Oh nee, nu wordt het interessant. Vertel,’ zegt Sven. Ik krijg weer een berichtje en moet even slikken.
‘Hij vindt dat ik moet reageren. Hij kan wel meer vinden.’
‘Vindt je man het toch vervelend?’
‘Nee, echt niet. Ga ik dit nu echt zeggen?’
‘Wat?’
‘Ah… Wij hebben een eh, wat vrijere relatie.’
‘En dat betekent?’
‘Dat ik het ook wel eens met een ander doe. En nu houden we hier echt over op.’ Opnieuw krijg ik een berichtje.
‘Vertel, wat schrijft hij nu.’
‘Jullie zijn allebei vergelijkbaar irritant. Hij vraagt of ik jou niet zijn nummer kan geven.’
‘Ja, goed idee! Noem maar!’
Zonder goed nadenken noem ik het nummer. Dan ben ik er tenminste vanaf. Vervolgens zie ik hoe er actief geappt wordt en dat baart me zorgen. Ik ben niet verrast als mijn telefoon weer oplicht.
‘Wat? Dit meen je niet!’ roep ik. Ik zie Sven kijken. Hij weet zeker al wat hier staat.
‘Ga je het doen?’ vraagt Sven.
‘Nee!’
‘Ah, echt niet?’
Dan worden we opgeschrikt door het bewegen van de lift.
‘Oh wat fijn, en we zitten hier nog niet eens een half uur. Wat een meevaller!’ zeg ik terwijl ik weer opsta.’
‘Je kan het nog steeds even doen hè?
‘Nee, je krijgt mijn slipje niet!’
‘Niet nu bedoel je. We gaan elkaar namelijk in een hotel weer zien. Misschien zelfs vanavond al.’
Daarna gaan de liftdeuren open en zie ik wat mensen naar ons kijken. Sven laat mij eerst uitstappen en ik loop meteen verder zonder omkijken. Wat heb ik net in die lift gestart?Feedback Sanna Er zit een fijne spanning in dit verhaal en dat blijft. Er gebeurt niet zo heel veel, maar de suggestie én belofte tussen de regels zegt iets anders. Soms vind ik de tekst wat uitleggerig (bijvoorbeeld: alle collega’s op je eigen etage herken je wel. ‘Ik ken hem niet‘ was al voldoende geweest.) De dialoog vind ik soms wat gekunsteld. In mijn beleving praten mensen niet zo. Bijvoorbeeld ‘ook hallo…’ en de aankondiging ‘ik ga even zitten want…’
Ik ben ook heel nieuwsgierig naar wat Charlotte is gestart.Feedback Marc Ondanks dat de dialoog hier en daar wat gekunsteld aanvoelt, is de verhaallijn wel een soort van realistisch. Ik bedoel; het zou kunnen dat dit toevallig zou kunnen plaatsvinden. Het is niet helemaal irreëel. En daardoor is de onwennige spanning die ontstaat heel prettig om te lezen.
Wat ik fijn vind, is dat je heel beperkt gebruik maakt van dialoogtags door slim om en om de personen te laten praten. Je houdt je goed aan de interpunctieregels, waardoor het voor de lezer – ongemerkt – erg prettig en duidelijk wegleest.
Like?
[#0 / Avg 0]
Laatste berichten van Marc van Lier (alles zien)
- De allergeilste video’s: drie vrouwen en één man - 18 april 2025
- Seksspeeltjes voor mannen; wat je moet weten en hoe je moet kiezen - 18 april 2025
- De 8 beste anaal glijmiddelen - 11 april 2025