Vandaag kregen wij de volgende vraag in onze mailbox:
Waarom wordt het vrouwelijk geslachtsorgaan wel verkleind en de benamingen voor die van een man niet? Is de man zo begaan met zijn orgaan?
Verkleinwoorden
In het Nederlands gebruiken we veel verkleinwoorden, misschien wel meer dan in andere talen. Meestal is dat om aan te geven dat iets fysiek kleiner is, maar het kan ook gezelligheid betekenen (etentje, biertje, zonnetje), een geruststelling (ogenblikje, eventjes), waardering (schatje, liefje, lekker luchtje), of juist minachting (autootje, toneelstukje). Die nuances blijken vaak uit de context en zijn voor ons Nederlanders tamelijk duidelijk.
Voor niet-Nederlanders kan een verkleinwoordje lastig zijn. Zo kan een autootje uitgelegd worden als een wat lullig voertuig. Ook kan een verkleinwoordje de betekenis veranderen. Een telefoontje is geen klein toestel en een bloemetje kan ook een boeket zijn. Een ongelukje is een ongewenste zwangerschap en een kaartje is een entreeticket. Soms geeft een verkleinwoordje helemaal geen verkleining aan. Een buikje is eerder een enorm gezwel dan een kleine buik en een nummertje wijst misschien wel op geslachtsgemeenschap. Ook is een slippertje zelden een kleine slipper.
Ook in het Duits, Spaans, Frans en Engels komen verkleinwoorden voor, maar meestal gewoon om aan te geven dat iets klein of van weinig belang is.
Geslachtsdeeltjes
Ouders gebruiken vaak verkleinwoorden om het geslachtsdeel van hun kinderen te duiden. Woorden als ‘plassertje’, ‘piemeltje’, ‘spleetje’ en ‘kutje’ zijn dan gebruikelijk (“heb je ‘au’ aan je plassertje?”). Het maakt die lichaamsdelen een soort van schattig. Opvallend is wel dat jongensgeslachtsdeeltjes vaak een naam hebben (piemel, lul) maar dat veel ouders voor hun dochter ‘kut’ te grof vinden en dan liever het eufemisme ‘plasser’ gebruiken om aan te geven wat je er mee doet.
Maar de grens is dun, want met een iets andere intonatie worden ‘lulletje’ en ‘kutje’ al gauw scheldwoorden (“wat ben je toch een kutje”). Zodra kinderen wat groter worden, krijgen ze ook in de gaten dat hun ‘plassertje’ ook andere functies heeft. Zo zit er in een vulva behalve een plasgaatje nog een ander gaatje en de jongensplasser kan ook hard worden. Ouders kiezen er op dat moment vaak voor om andere benamingen te gaan gebruiken, zoals het technisch verkeerde ‘vagina’ (en vagina duidt op de schede en niet op het geheel) en penis. Omdat ook ‘vagina’ voor sommige mensen beladen is, leggen gynaecologen de klemtoon anders. Het wordt dan niet vágina, maar vagína.
Verkleinwoorden van volwassen geslachtsdelen
Waarom gebruiken we nu wel en wanneer niet verkleinwoorden van onze voortplantingsorganen? We moeten dan teruggrijpen op de manieren waarop we verkleinwoorden in de Nederlandse taal gebruiken. Er zijn verschillende nuances die woorden plat, vulgair, schattig of ronduit beledigend kunnen maken.
Googlen we op de woorden kut versus kutje dan zijn de verschillen opvallend:


Maar de verschillen bij lul en lulletje zijn veel minder groot:


En dat leidt er toe dat de betekenis van de aanduiding van onze geslachtsdelen met een verkleinwoord of niet, nogal contextafhankelijk is:
- Medisch. In een gesprek met je huisarts zul je klinische woorden als vagina en penis gebruiken. Je zegt niet “nou dokter, ik heb me toch een rode lul”, maar “ik geloof dat ik uitslag heb op mijn penis”. Van de woorden ‘penis’ en ‘vagina’ bestaat niet eens een verkleinwoord (penisje?).
- Schelden. Bij schelden gebruiken we zelden een verkleinwoordje. Je bent een grote lul als je je misdraagt in het verkeer en een enorme kut als je iemand een flinke loer hebt gedraaid. Een verkleinwoordje heeft dan niet het gewenste effect. “Wat ben je toch een kutje” is eerder ironisch en zou je tegen een goede vriendin kunnen zeggen als ze voor de zoveelste keer een deukje in haar auto heeft gereden.
- Denigreren. Verkleinwoordjes kunnen, zoals gezegd, ook denigrerend of beledigend zijn. Toen Beatrix het had over een ’toneelstukje’ bij de inauguratie van de nieuwe regering bedoelde ze niet dat het een klein toneelspel was. Een lulletje is dan ook een onbenullig of onbetekenend iemand. Het formaat van een man is iets waarmee je hem makkelijk kunt beledigen. Dat is hetzelfde als met de borsten van een vrouw en een soort tegenovergestelde met haar achterwerk: Dat ligt gevoelig. Dus als jullie gaan neuken en hij trekt zijn onderbroek uit dan zeg je niet “ach, wat een mooi lulletje”, want dat zou hij op kunnen vatten als een belediging. Nee, je zegt “wat een mooie pik”.
Voor een vrouw zal het tegenovergestelde waar zijn. Uit onderzoek bleek dat zowel mannen als vrouwen vooral een wat minder geprononceerde vulva mooier vinden. Een ‘kutje’ dus. Een ‘kut’ zou dan wijzen op een enorm ding met gigantische binnenste en buitenste schaamlippen. “Wat heb je een heerlijk kutje” is liefdevol, en “wat een heerlijke kut” is vulgair. Etymologisch is een kutje gewoon een kleine kut, maar in deze context verandert de betekenis. Een ‘grotje’ is een klein nauw gaatje en een ‘grot’ is nu eenmaal een ding waar beren in gehuisvest kunnen zijn. Een verkleinwoordje voor de vrouwelijke voorbibs werkt in dat geval geruststellend en complimenteus. - Geil. Als je van vunzige praat houdt, dan hangt het een beetje van je stemming af of je de verkleinende versie gebruikt of juist niet. “Zal ik je kutje likken” klinkt toch heel anders dan “zal ik je kut likken”. Evenzo is “stop je piemeltje in me” veel minder geil dan “steek je pik in me”, maar dat kan ook persoonlijk zijn. Aan de andere kant zou een dominatrix weer wel verkleinwoorden kunnen gebruiken om haar onderdanige te schofferen.
Kortom, verkleinwoordjes zijn een tikkeltje lastig. Wij Nederlanders voelen de nuance vaak nog wel goed aan. Vind je het allemaal nogal complex, dan kun je altijd nog overstappen op straattaal: “Woow, mattie zij heeft écht een lekkere punani!”
- De 8 beste anaal glijmiddelen - 11 april 2025
- Seksmeubilair en seksmachines: een perfecte match - 11 april 2025
- Change of plans - 3 april 2025