In 2018 ging de Smut Marathon voor het eerst van start. Het is de Engelstalige versie van de schrijfmarathon, die tussen 2014 en 2017 jaarlijks werd georganiseerd door EWA Nederland. Ik was erg vereerd dat ik jurylid mocht zijn voor de Smut Marathon.
Opdracht 2: Schrijf een flash fiction verhaal met een metafoor uit ronde 1
In de eerste ronde moesten alle auteurs één zin aanleveren waarin een metafoor was verwerkt. In deze tweede ronde was de opdracht om een metafoor van een ander te verwerken in een stuk flash fiction. Van de 75 auteurs die aan de ronde begonnen bleven er 62 over voor ronde 2. Als jurylid is het een hele kluif om al deze verhalen te beoordelen en al snel ga je dan letten op verhalen die er in positieve zin uitspringen.
Flash fiction is een genre dat niet heel duidelijk is gedefinieerd. In het Nederlands wordt het ook wel handpalmverhaal of flitsverhaal genoemd. Volgens velen is het een fictief verhaal dat extreem kort is en toch voldoende ruimte laat voor de ontwikkeling van de karakters en het verhaal. Sommigen vinden dat flash fiction wordt bepaald door het aantal woorden dat het bevat. Bekende voorbeelden zijn verhalen die slechts bestaan uit 6 woorden. Er zijn ook mensen die vinden dat het maximaal 55 woorden mag bevatten en weer anderen hebben het over 300 of 1.000 woorden. De term ‘flash fiction’ zou zijn afgeleid van de titel van de gelijknamige verhalenbundel, die in 1992 werd uitgegeven. Daarin stonden 72 flitsverhalen van 250 tot 750 woorden.
Maar ikzelf vind dat in een goed stuk flash fiction vooral een groter verhaal schuil gaat. In het voorbeeld ‘Ik keek in mijn achteruitkijkspiegel en zag het dorp branden‘ gaat bijvoorbeeld zo’n verhaal schuil. Je vraagt je af wat er is gebeurd, wat de rol was van de autobestuurder en hoe het nu verder gaat? In flash fiction gaat het om impliciete gelaagdheid. Dat is extreem moeilijk, vooral als je als auteur ook nog eens een metafoor van iemand anders moet insluiten.
Hoe schrijf je een goed stuk Flash Fiction
Er is geen formule voor het schrijven van een goed verhaal. Anders zouden we allemaal bestsellers verkopen. Maar als je een (extreem) kort verhaal wilt schrijven, dan zijn er wel een paar regels die je in acht kunt nemen:
Start altijd (ik kan het niet vaak genoeg zeggen) met de worp van de steen en niet met de aanloop tot de worp. Begin in het midden van het verhaal, het liefst op het punt waar de actie en het drama op zijn hoogtepunt is, of misschien wel net daarna. Kijk bijvoorbeeld hoe ‘whodunnit’ verhalen altijd beginnen met een moord. De openingszin van flash fiction is dan ook meestal bijzonder pakkend, omdat het je meteen midden in de actie smijt.
Zoek iets kleins dat exemplarisch is voor iets groots. De relatie tussen een submissive en een dominant is complex en je zou daar een encyclopedie mee kunnen vullen. Maar het afsluiten van een metalen halsband met een hangslotje geeft die relatie misschien nog wel het beste weer. Zoek naar zo iets kleins en gebruik dat om te hinten naar iets groters, zonder dat helemaal uit te leggen.
Bied de lezer iets om nader in te vullen. Focus op een krachtig beeld, waardoor de lezer direct een voorstelling heeft van het totaal. Bijvoorbeeld een bloederig laken, een stapel roestige kettingen, een vreemdeling die de zonsopgang tegemoet gaat. Dergelijke plaatjes zeggen meer dan 1.000 woorden.
Hou het mysterieus. Laat de lezer raden wat er gaat gebeuren en wat er is gebeurd. In flash fiction heb je geen tijd en ruimte om uit te leggen wat de aanleiding was en hoe het afliep. Maar door dat op de juiste manier te impliceren, krijg je een krachtig verhaal dat de lezer in verbazing achterlaat.
Sommige schrijvers van flash fiction laten hun verhaal afspelen in een bekende setting. Daardoor hoef je heel veel niet uit te leggen. Als een verhaal zich afspeelt op de Titanic, dan weet je als lezer al wel hoe het af gaat lopen. Als schrijver kun je je dan richten op de essentie van het verhaal.
Veel flash fiction verhalen worden ook wel ’twist ending fiction genoemd’. Een onverwacht einde is vaak een goede manier om de lezer te verbazen. In een kort verhaal heb je geen tijd om te laten zien hoe een sympathiek personage wordt gedwongen tot een verwoestend einde. Korte verhalen hebben daarom vaak een soort ‘punch line’, net als een goede grap.
De verhalen en mijn feedback
De inzendingen voor deze ronde kun je hier nog eens nalezen. Mijn feedback staat in de comments daaronder. Wat je ook kunt zien is dat mijn puntentelling afwijkt van die van de andere juryleden. Dat geeft te meer aan dat jureren iets heel persoonlijks is en ook voor een groot deel afhankelijk van interpretatie en smaak.